Die uitspraak deed ik zo’n 15 jaar geleden bij een provinciaal vervoersproject van de toenmalige gedeputeerde Math Vestjens. Helaas verdwijnen verenigingen en scholen tegenwoordig daadwerkelijk uit kernen en dorpen. Ik zou het graag anders zien, maar de werkelijkheid haalt ons in. Gemeenten met kleine kernen moeten écht op zoek naar toekomstbestendige oplossingen voor scholen, verenigingen en andere vitale voorzieningen.
Uitdaging
Tijdens een bezoek aan voetbalclub Rood Groen LVC’ 01 in Vaals werd mij de uitdaging van een plattelandsgemeente in het Heuvelland meteen duidelijk. Om voldoende spelers in elk team te hebben, werkt deze club samen met jeugdelftallen van andere clubs. De trainingen en wedstrijden zijn afwisselend bij hen en de buren. Maar hoe komt een kind veilig naar de training als er op de gemiddelde weg in het Heuvelland geen fietspad is?
Veilig van A naar B
Net als Rood Groen LVC’ 01 werken veel sport- en cultuurverenigingen aan toekomstbestendige oplossingen. De oplossing ligt vaak in het clusteren van accommodaties met samenwerking, fusie of liquidatie tot gevolg. Meer smaken zijn er eigenlijk niet meer in onze huidige samenleving. In de dorpen waar iets wegvalt, moet natuurlijk een trap- of speelveldje komen, zodat kinderen in hun buurt kunnen blijven bewegen. Een afstand van drie of vier kilometer naar het sportveld is te doen. Een goede warming–up! Maar als je deze noodzakelijke centralisering tot een succes wil maken, dan moet je als overheid wel kunnen garanderen dat kinderen veilig van huis naar het speelveld komen. Dat betekent: verlichte en veilige fietspaden, een (speciale) busverbinding of bereidwillige ouders. Kwaliteit en continuïteit van sport boven nabijheid, maar dan moet ‘veilig van A naar B’ een stuk beter!
Jack Opgenoord
Directeur Huis voor de Sport Limburg